Blog

Bij de verbouwing van de badkamer constateerde de aannemer een te  grote doorbuiging van de houten balken, waarna hij de VerbouwingsConstructeur verzocht hierbij te adviseren.

We constateerden

1. Te kleine maten van de houten balken van 70×150 mm bij een overspanning van 4.500 mm met variërende hart op hart afstanden van maximaal 600 mm.
2. In het midden van de randbalk aan de gang-zijde een inkeping van circa 50 x 50 mm. Deze randbalk wordt nog extra belast door ravelingsbalken van de trap bij de gang.
3. Aan het eind van een balk 2 verticale gaten van 10 mm doorsnee, wat een probleem kan zijn voor de maximaal opneembare dwarskracht.

Toen deze verborgen gebreken voor de opdrachtgever duidelijk werden, overwoog hij de verkoper voor deze gebreken aansprakelijk te stellen, maar omdat de verkoper dan in de gelegenheid gesteld moet worden de gebreken te verhelpen en het de vraag is of de verkoper dat dan snel en goed zou doen vroeg de koper aan de Verbouwingsconstructeur of hij een goedkope en snellere oplossing wist. Die was er.

Met behulp van een wapeningsdetector van de aannemer vonden we aan de kant van de aanbouw nog een stalen balk voor de daar door de vorige eigenaar gemaakte uitbouw. We konden aan de hand van de dikte van de bovenflens afleiden dat het een HEA200 profiel betrof. Met dit profiel en met een C160 profiel versterkte randbalk (aan de gang-zijde) konden we een draagsysteem met Lewisplaten maken. Met onze gecertificeerde software berekenden we, dat de doorbuigingen en de buigende momenten in het midden van de balken aan de norm voldoen. Ook waren de dwarskrachten  aan het eind van de balken voldoende laag om de aangebrachte gaten aan het eind van de houten balk te kunnen dragen.

Na afloop was de opdrachtgever tevreden en hij mailde ons 11 maart jl.:

“Nogmaals hartelijk dank voor de hulp en de flexibiliteit op de korte termijn.”